Instellen van IP-Aliasing op een Linux Machine
Mini-HOWTO
Harish
Pillay
h.pillay@ieee.org
Vertaald door: Ellen
Bokhorst
bokkie@nl.linux.org
Dit is een procedure handboek over hoe IP
aliasing op een Linux box in te stellen en te draaien
en over hoe de computer zo kan worden ingesteld dat e-mail
via het met alias ingestelde IP-adres kan worden ontvangen.
2001-01-23
1.2
2001-01-26
JEY
1.1
2001-01-24
JEY
1.0
1997-01-13
HP
Joy
Yokley
Document geconverteerd van HTML naar
DocBook v4.1 (SGML)
Mijn Setup
IP Alias is standaard in kernels
2.0.x en 2.2.x, en beschikbaar als een optie
tijdens compileren in 2.4.x
(IP Alias is in 2.4.x afgekeurd en vervangen
door een krachtiger firewalling mechanisme).
IP Alias gecompileerd als een
laadbare module. Je moet aan de "make config"
opdracht om je kernel te maken hebben aangegeven
dat je de IP Masq als een (M)odule wilt hebben
gecompileerd. Kijk in de Modules HOW-TO (als
dit voorkomt) of kijk in de info in
/usr/src/linux/Documentation/modules.txt.
Ik moet twee extra IP's ondersteunen
boven de IP die door mij is toegewezen.
Een D-Link DE620 pocket adapter
(niet van belang, werkt met alle ondersteunde
netwerkadapters).
Opdrachten
Laad de IP-alias module (je kunt
deze stap overslaan als je de module in de kernel
compileerde):
/sbin/insmod /lib/modules/`uname -r`/ipv4/ip_alias.o
Stel de loopback, eth0, en alle
IP-adressen beginnend met het hoofd IP-adres in voor
de eth0 interface:
/sbin/ifconfig lo 127.0.0.1
/sbin/ifconfig eth0 up
/sbin/ifconfig eth0 172.16.3.1
/sbin/ifconfig eth0:0 172.16.3.10
/sbin/ifconfig eth0:1 172.16.3.100
172.16.3.1 is het hoofd IP-adres, terwijl .10
en .100 de aliassen zijn. De magie is de
eth0:x waar x=0,1,2,...n voor de verschillende
IP-adressen staat. Het hoofd IP-adres hoeft geen
alias te zijn.
Stel de routes in. Routeer eerst
het loopback, dan het net, en als laatste de diverse
IP-adressen beginnend met het standaard (oorspronkelijk
toegewezen) IP-adres:
/sbin/route add -net 127.0.0.0
/sbin/route add -net 172.16.3.0 dev eth0
/sbin/route add -host 172.16.3.1 dev eth0
/sbin/route add -host 172.16.3.10 dev eth0:0
/sbin/route add -host 172.16.3.100 dev eth0:1
/sbin/route add default gw 172.16.3.200
Dat is alles.
Bij het voorbeeld IP-adres hierboven, gebruik ik
het Privé IP-adres (RFC 1918) voor illustratieve
doeleinden. Vervang ze door je eigen officiële of
privé IP-adressen.
Het voorbeeld toont slechts 3 IP-adressen. Het max is
ingesteld op 256 in
/usr/include/linux/net_alias.h.
256 IP adressen op EEN kaart is heel veel :-)!
Zo ziet mijn /sbin/ifconfig
eruit:
lo Link encap:Local Loopback
inet addr:127.0.0.1 Bcast:127.255.255.255 Mask:255.0.0.0
UP BROADCAST LOOPBACK RUNNING MTU:3584 Metric:1
RX packets:5088 errors:0 dropped:0 overruns:0
TX packets:5088 errors:0 dropped:0 overruns:0
eth0 Link encap:10Mbps Ethernet HWaddr 00:8E:B8:83:19:20
inet addr:172.16.3.1 Bcast:172.16.3.255
Mask:255.255.255.0
UP BROADCAST RUNNING PROMISC MULTICAST MTU:1500
Metric:1
RX packets:334036 errors:0 dropped:0 overruns:0
TX packets:11605 errors:0 dropped:0 overruns:0
Interrupt:7 Base address:0x378
eth0:0 Link encap:10Mbps Ethernet HWaddr 00:8E:B8:83:19:20
inet addr:172.16.3.10 Bcast:172.16.3.255
Mask:255.255.255.0
UP BROADCAST RUNNING MTU:1500 Metric:1
RX packets:0 errors:0 dropped:0 overruns:0
TX packets:0 errors:0 dropped:0 overruns:0
eth0:1 Link encap:10Mbps Ethernet HWaddr 00:8E:B8:83:19:20
inet addr:172.16.3.100 Bcast:172.16.3.255
Mask:255.255.255.0
UP BROADCAST RUNNING MTU:1500 Metric:1
RX packets:1 errors:0 dropped:0 overruns:0
TX packets:0 errors:0 dropped:0
overruns:0
En /proc/net/aliases:
device family address
eth0:0 2 172.16.3.10
eth0:1 2 172.16.3.100
And /proc/net/alias_types:
type name n_attach
2 ip 2
Natuurlijk werd dat in
/proc/net aangemaakt met de opdracht
ifconfig en niet met de hand!
Probleemoplossing: Vragen en Antwoorden
Vraag: Hoe kan ik, ook na een
reboot, de instellingen behouden?
Antwoord: Of je nu een
init,
in de stijl van BSD of SysV
(Redhat&trade bijvoorbeeld)
gebruikt, je kunt het altijd
opnemen in
/etc/rc.d/rc.local.
Dit heb ik op mijn SysV init systeem
(Redhat&trade 3.0.3 en 4.0):
Mijn
/etc/rc.d/rc.local:
(gewijzigd om de relevante onderdelen te laten zien)
#instellen van de IP-alias interfaces
echo "Instellen van 172.16.3.1, 172.16.3.10, 172.16.3.100 IP Aliassen ..."
/sbin/ifconfig lo 127.0.0.1
/sbin/ifconfig eth0 up
/sbin/ifconfig eth0 172.16.3.1
/sbin/ifconfig eth0:0 172.16.3.10
/sbin/ifconfig eth0:1 172.16.3.100
#instellen van de routes
echo "Instellen van IP-routes ..."
/sbin/route add -net 127.0.0.0
/sbin/route add -net 172.16.3.0 dev eth0
/sbin/route add -host 172.16.3.1 eth0
/sbin/route add -host 172.16.3.10 eth0:0
/sbin/route add -host 172.16.3.100 eth0:1
/sbin/route add default gw 172.16.3.200
#
Vraag: Hoe stel ik de IP-alias machine zo in dat ik op de diverse
aliased IP-adressen e-mail kan ontvangen (op een machine met sendmail)?
Antwoord: Maak (als deze nog niet bestaat) bijvoorbeeld een bestand
met de naam /etc/mynames.cw aan. Het bestand hoeft
niet persé deze precieze naam te hebben noch in de
/etc directory te staan.
Plaats in dat bestand de officiële domeinnamen van de aliased
IP-adressen. Als deze aliased IP-adressen geen domeinnaam hebben, dan
kun je het IP-adres zelf plaatsen.
Het bestand /etc/mynames.cw zou er ongeveer
zo uit kunnen zien:
# /etc/mynames.cw - plaats hier alle aliassen voor je machine; # is commentaar
domain.one.net
domain.two.com
domain.three.org
4.5.6.7
Voeg in het bestand
sendmail.cf het volgende toe, daar waar het een file
class macro Fw definieert:
##################
# local info #
##################
# bestand met hostnamen voor wie we mail ontvangen
Fw/etc/mynames.cw
Daarmee zou het moeten lukken. Test de nieuwe instelling uit
door sendmail in testmode aan te roepen. Hieronder volgt een voorbeeld:
ganymede$ /usr/lib/sendmail -bt
ADDRESS TEST MODE (ruleset 3 NOT automatically invoked)
Enter < ruleset> < address>
> 0 me@4.5.6.7
rewrite: ruleset 0 input: me @ 4 . 5 . 6 . 7
rewrite: ruleset 98 input: me @ 4 . 5 . 6 . 7
rewrite: ruleset 98 returns: me @ 4 . 5 . 6 . 7
rewrite: ruleset 97 input: me @ 4 . 5 . 6 . 7
rewrite: ruleset 3 input: me @ 4 . 5 . 6 . 7
rewrite: ruleset 96 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 >
rewrite: ruleset 96 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . >
rewrite: ruleset 3 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . >
rewrite: ruleset 0 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . >
rewrite: ruleset 98 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . >
rewrite: ruleset 98 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . >
rewrite: ruleset 0 returns: $# local $: me
rewrite: ruleset 97 returns: $# local $: me
rewrite: ruleset 0 returns: $# local $: me
> 0 me@4.5.6.8
rewrite: ruleset 0 input: me @ 4 . 5 . 6 . 8
rewrite: ruleset 98 input: me @ 4 . 5 . 6 . 8
rewrite: ruleset 98 returns: me @ 4 . 5 . 6 . 8
rewrite: ruleset 97 input: me @ 4 . 5 . 6 . 8
rewrite: ruleset 3 input: me @ 4 . 5 . 6 . 8
rewrite: ruleset 96 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 >
rewrite: ruleset 96 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 >
rewrite: ruleset 3 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 >
rewrite: ruleset 0 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 >
rewrite: ruleset 98 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 >
rewrite: ruleset 98 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 >
rewrite: ruleset 95 input: < > me < @ 4 . 5 . 6 . 8 >
rewrite: ruleset 95 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 >
rewrite: ruleset 0 returns: $# smtp $@ 4 . 5 . 6 . 8 $: me < @ 4 . 5
. 6 . 8 >
rewrite: ruleset 97 returns: $# smtp $@ 4 . 5 . 6 . 8 $: me < @ 4 . 5
. 6 . 8 >
rewrite: ruleset 0 returns: $# smtp $@ 4 . 5 . 6 . 8 $: me < @ 4 . 5
. 6 . 8 >
>
Merk op dat toen ik me@4.5.6.7 testte, het de mail op de lokale
machine bezorgde, terwijl me@.4.5.6.8 uit handen werd gegeven aan de smtp
mailer.
Dat is de juiste response.
Alles is nu ingesteld.
Erkenningen
Met dank aan al degenen die dit geweldige werk hebben gedaan betreft Linux en IP Aliasing.
En vooral dank aan Juan Jose Ciarlante voor het verduidelijken van mijn vragen.
Eer komt toe aan de uitblinkende programmeurs!
Email me via h.pillay@ieee.org
als je dit document nuttig vond of suggesties hebt ter verbetering.
Veel plezier.
Wellicht dat je de
De
Linux Networking Overview HOWTO
wilt raadplegen voor extra informatie over netwerken.